Gasnormen en praktijkrichtlijn herzien

NEN heeft in januari 2018 een aantal belangrijke gasinstallatienormen herzien. Het gaat om de NEN 1078 voor nieuwbouw, de NEN 8078 voor bestaande bouw en de praktijkrichtlijn NPR 3378. Een overzicht van de belangrijkste wijzigingen.

Het Bouwbesluit stelt eisen aan veilige gasinstallaties en verwijst daarbij naar NEN 1078 voor nieuwbouw en naar NEN 8078 voor bestaande bouw. Deze normen bevatten vooral prestatie-eisen: grenswaarden waaraan de installatie moet voldoen en bepalingsmethoden om te toetsen of er inderdaad hieraan wordt voldaan.

NEN 1078

De NEN 1078 geeft eisen en beproevingsmethoden voor een gebouwgebonden voorziening voor gas in nieuwbouw met een werkdruk tot en met 500 mbar (0,05 MPa). De vorige versie van deze norm dateert uit 2004.

NEN 8078

De NEN 8078 geeft eisen en bepalingsmethoden voor een gebouwgebonden voorziening voor gas in bestaande bouw met een werkdruk tot en met 500 mbar (0,05 MPa). Voor verbouw gelden andere, strengere eisen. Ook van deze norm stamt de vorige editie uit 2004.

Aardgas, butaan en propaan

De NEN 1078 en de NEN 8078 gaan over: “een voorziening voor gas die is ingericht voor het gebruik van geodoriseerde gassen uit de tweede en derde familie volgens hoofdstuk 4 van NEN-EN 437.” In Nederland gaat het dan om aardgas, butaan en propaan.

Werkdruk tot en met 500 mbar

NEN 1078 en de NEN 8078 geven eisen voor leidingaanleg met een werkdruk tot en met 500 mbar. Bij een werkdruk hoger dan 200 mbar moeten de eventueel in de installatie geplaatste gasdrukregelaars in overeenstemming met NEN 1059 zijn beveiligd tegen te hoge uitlaatdruk. NEN 1078 en NEN 8078 zijn ook van toepassing voor industriële processen tot en met 500 mbar, mits een risicoanalyse wordt uitgevoerd.

Niet voor aansluitleiding

De aansluitleiding voor het toestel, het toestel en de beveiligingen daarvan, die geen onderdeel vormen van de voorziening voor gas, worden niet behandeld in deze normen. Voor de aansluitleiding van de netbeheerder is er een andere norm, de NEN 7244-6.

Belangrijkste wijzigingen NEN 1078

De belangrijkste wijzigingen in deze editie ten opzichte van NEN 1078:2004 zijn:

  • Het onderscheid tussen primaire en niet-primaire prestatie-eisen is verdwenen.
  • 1.4 en bijlage E: De bepalingsmethode voor de slagbelasting is aangepast.
  • 5 en bijlage F: bestandheid tegen hoge temperaturen: De algemene eis is aangevuld met een concrete prestatie-eis, waarmee wordt beoogd dat bij een beginnende brand voldoende weerstand kan worden geboden.
  • bijlage C: Er zijn enkele correcties aangebracht.

Belangrijkste wijzigingen NEN 8078

De belangrijkste wijzigingen in deze editie ten opzichte van NEN 8078:2004 zijn:

Het onderscheid tussen primaire en niet-primaire prestatie-eisen is verdwenen.

  • 1.1: Het criterium voor restwanddikte van 1 mm is beperkt tot metalen leidingen.
  • 1.3 en bijlage D: De bepalingsmethode voor de slagbelasting is aangepast.
  • 2.2 en bijlage A: De procedure voor de bepaling van de gasdichtheid in bijlage A is aangepast. In lijn daarmee is het criterium in 5.2.2 geherformuleerd.

Anders dan bij NEN 1078 geldt deze norm voor bestaande bouw, dus voor situaties waar twijfel zou kunnen zijn of een installatie nog voldoende veilig is of direct moet worden afgekeurd. De prestatie-eisen zijn zo opgesteld dat de installatie in ieder geval nog een jaar veilig zou kunnen functioneren als ze aan deze eisen voldoet.

NPR 3378: herziene delen

De praktijkrichtlijn NPR 3378 geeft praktische voorbeelden en toelichting bij de normen. Deze NPR Gasinstallaties bestaat uit een aantal delen die regelmatig worden geactualiseerd. NEN 1078 en NEN 8078.

Deel 0: Algemeen

In dit deel 0 van de NPR-serie wordt een algemene inleiding gegeven op alle andere delen en op de wijze waarop de NPR-delen toelichting geven op de eisen uit de norm(en). Behalve bij de eerder genoemde NEN 1078 geven de delen ook toelichting en voorbeelden bij NEN 3028 (brandveilige opstelling) en NEN 2757-1 en -2 (Rookgasafvoer). Deel 0 bevat alle termen en definities die van belang zijn voor de verschillende delen.

Deel 0 wordt jaarlijks herzien om in lijn te blijven met alle in dat jaar gepubliceerde nieuwe of herziene delen.

Deel 5: Gasleidingen – Aanleg

Dit deel van de NPR heeft betrekking op NEN 1078 en NEN 8078. Het betreft gasleidingen binnen het perceel met een maximale werkdruk van 500 mbar. In dit deel komen algemene onderwerpen aan de orde, zoals ligging (boven- en ondergronds), mechanische beschadiging, corrosie, zwerf- en aardstromen, afsluitbaarheid, beveiliging tegen gasgebrek, leidingmaterialen, verbindingstypen, bevestiging, ondersteuning en herkenbaarheid.

Belangrijkste wijzigingen deel 5 aanleg gasleidingen

In de oude delen 5, 6 en 7 van NPR 3378 stonden de verschillende aspecten rondom de aanleg van gasleidingen verspreid: aanleg, bovengronds en in de grond. Dit leidde bij de gebruikers soms tot onduidelijkheid over waar bepaalde zaken nu precies werden genoemd. Daarom is in deze nieuwe uitgave de inhoud van de voormalige delen 5, 6 en 7 samengevoegd. De delen 6 en 7 worden daarom nu ingetrokken.

De eisen die ten grondslag liggen aan de in dit deel van de NPR beschreven uitvoeringsvormen en werkwijzen zijn afkomstig uit het Bouwbesluit 2012 en de daarin genoemde normen NEN 1078 en NEN 8078. Deze nieuwe uitgave is getoetst aan de nieuwe versies van NEN 1078 en NEN 8078. Een van de wijzigingen in NEN 1078 betreft de bestandheid tegen temperatuur. Deze wijziging heeft voor de in dit deel van deze NPR gegeven uitvoeringsvormen geen gevolgen.

Deel 22: Opstelplaatsen van gastoestellen, opstellingsruimten en stookruimten

Dit deel van de NPR beschrijft waaraan de opstelling van gastoestellen behoort te voldoen. Het deel is gericht op nieuwbouwsituaties en is beperkt tot gebouwgebonden installaties. Dat zijn installaties die het mede mogelijk maken dat een gebouw door mensen kan worden gebruikt. Dit zijn bijvoorbeeld installaties voor ruimteverwarming, warmtapwater- en voedselbereiding.

NEN 3028 is door het Bouwbesluit 2012 aangewezen voor een brandveilige opstelling van het verbrandingstoestel met inbegrip van een aansluitleiding tussen het toestel en de voorziening voor de afvoer van rookgas. Dit geldt voor zowel stookruimten als opstellingsruimten.

Dit deel van NPR 3378 geeft de gebruiker extra inzichten en praktische en constructieve mogelijkheden ten opzichte van NEN 3028.

Belangrijkste wijzigingen deel 22 opstelplaatsen

De voornaamste wijzigingen ten opzichte van de uitgave van 2014 zijn de volgende:

  • De tekst is geactualiseerd om weer in lijn te zijn met de laatste uitgave van NEN 3028.
  • De meest relevante teksten uit NPR 3378-23 zijn opgenomen, zodat NPR 3378-23 kan worden ingetrokken.
  • Enkele rekenvoorbeelden zijn toegevoegd voor de wat complexe bepaling van de ventilatiecapaciteit bij situaties met meerdere types toestellen.
Allart de Jong
Allart de Jong
Omega-energietechniek.nl scoort een 4,0 / 5,0 op basis van 24 beoordelingen.